Gisteren had ik veel bezoek over de vloer. Dat was dus een drukke dag voor de kittens (en voor mij ook trouwens). Ze waren niet bang maar bleven toch liever weg van het drukke gedoe: ze zochten een plekje in de plooien van de slaapzak onder de trap of op de koele aarde van de ficus. Na verloop van tijd gingen ze weer naar boven.
Experiment: ik heb de spaanse pepers die Maartje zaterdag van het aanrecht gestolen had overgedaan van een plastic zak in een papieren zak. Daarna net gedaan of ik niet zag dat Maartje op het aanrecht sprong. Ze snuffelde wel aan het zakje maar taalde er verder niet naar… Ik heb het idee dat het vooral het plastic is dat haar aantrekt: misschien omdat ze weet dat er in plastic vaak iets eetbaars zit, maar misschien ook omdat de zachtheid en plooibaarheid van plastic lijken op de huid van een prooidier zoals een muis of een vogel. Vandaar dat ze het gejatte plastic zakje in zijn geheel voor de kittens neerlegde zodat die de ‘huid’ van de ‘prooi’ kapot zouden kunnen scheuren en zelf ontdekken wat er voor lekkers in zat (of ze blij zouden zijn geweest met die pepers is een tweede). Een mooie theorie voor op de maandagochtend..
